Inzicht

Karel vertelt over het land dat hij beheert:

Ic [1: o.t.t.] here, mijn wijf [2: o.t.t.] vrouwe
Oest [su_tooltip position=”south” content=”tot de wilde Donau”]totter wilder Denouwe[/su_tooltip]
Ende west totter wilder see

In dit fragment van Karel ende Elegast zijn vormen van het werkwoord sijn weggelaten. Vul de juiste vorm van het werkwoord in; de te kiezen tijd staat tussen vierkante haken. Je moet zelf bepalen om welke modus het gaat: indicatief, imperatief of conjunctief.

[fill]

1. [ben][bin]

2. [is][es]

[/fill]

Vertaling: Ik ben heerser, mijn echtgenote is vrouwe, van het oosten tot de wilde Donau en van het westen tot de wilde zee .Uitleg: De juiste modus is in beide gevallen de indicatief, omdat er een feitelijkheid wordt aangeduid. De juiste vorm bij 1 is de eerste persoon enkelvoud, dus ben (of bin). De juiste vorm bij 2 is de derde persoon enkelvoud, dus is (of es).

[previous][next]

[symple_toggle title=”De werkwoorden sijn en hebben“]

De werkwoorden sijn en hebben worden net als in het hedendaagse Nederlands gebruikt bij het vormen van samengestelde tijden. De belangrijkste vormen van sijn vind je in Mooijaart & Van der Wal, p. 72.

Let op: de eerste twee vormen van sijn kennen dialectische varianten:
Ic bem (Vlaams) komt bijvoorbeeld voor naast het gebruikelijke ic ben of ic bin; du best komt voor naast du bist.

Verschillende vormen van hebben kunnen zonder of met tweede e geschreven worden: naast du heves komt bijvoorbeeld du heefs voor; naast ghi hebbet, ghi hebt of zelfs ghi hevet/heeft, of in de o.v.t.: ic hadde naast ic had.

Let op: De conjunctief van sijn komt vaak voor in vaste uitdrukkingen:

  • Tensi (het en si) ic siec ben, ic come daer -> Tenzij ik ziek ben, kom ik daar.

[/symple_toggle]

[symple_toggle title=”De werkwoorden moghen en sullen“]

De betekenis van deze onregelmatige werkwoorden komt vaak niet overeen met die in het hedendaagse Nederlands.

  • moghen: ic machic mochtegemoghen betekent vrijwel altijd kunnen.
  • sullen: ic sal ic soudewi souden – (geen volt. deelw. bekend) betekent vaak moeten.

[/symple_toggle]

[symple_toggle title=”Het werkwoord werden“]

De infinitief van het hedendaagse werkwoord worden, luidt in het Middelnederlands werden. De stamtijden zijn:

werden: ic wart (o.v.t.) – wi worden (o.v.t.) – (ge)worden (v.v.t.)

Naast werden komt in ook het dialectische worden voor in de tegenwoordige tijd, en naast wart (o.v.t.) vind je ook al wert. Dit is erg verwarrend. De context moet daarom vaak uitsluitsel geven bij de vertaling van dit werkwoord.

[/symple_toggle]

[symple_toggle title=”M&W 72″]

De onregelmatige werkwoorden sijn en hebben vervullen een belangrijke rol bij de vorming van samengestelde tijden. De belangrijkste vormen uit de paradigmata van deze werkwoorden zijn:

Infinitief  sijn/wesen
Imperatief  wes/bes/si/sijt
Participium pret.  gewesen/geweest/gesijn

Sijn

presens indicatief presens conjunctief preteritum indicatief preteritum conjunctief
icduhi/siwighi

si

ben/bembest/bistes/issijnsijt

sijn

sisijssisijnsijt

sijn

waswaerswaswarenwaert

waren

Waere/warewaerswaere/warewarenwaert

waren

 

Hebben

  Presens indicatief Presens conjunctief Preteritum indcatief Preteritum conjunctief
icduhi/siwighi

si

hebbehebbes/heefshevet/heefthebbenhebbet/hebt/hevet/heft

hebben

hebbehebbes/heefshevet/hevethebbenhebbet/hebt

hebben

hadde/hadhaddeshadde/hadhaddenhaddet

hadden

haddehaddeshaddehaddenhaddet

hadden

 

[/symple_toggle]

Leave a Comment.